PowerPoint:
vorige week (27 feb)
http://www.scribd.com/doc/209810458/pecha-kucha-27022014-2020
nieuwe versie (5 maart)
http://www.scribd.com/doc/210756905/pecha-kucha-05032014-0930
Achtergrond document:
vorige week (27 feb)
http://www.scribd.com/doc/209810465/Pecha-Kucha-Achtergrond-Document-Versie-27022014-2020
nieuwe versie (5 maart)
http://www.scribd.com/doc/210757279/Pecha-Kucha-Achtergrond-Document-Versie-05032014-0930?secret_password=1xkfx9ecsbdjz049enh5
vrijdag 28 februari 2014
Analyse van pilotopdracht
Pilotopdracht 1
Bij het
kiezen van een onderzoeksvraag, liepen we tegen het feit aan, dat we
uiteenlopende opleidingen volgen: Pabo (Marijn), biologie (Mariëlle),
Nederlands (Judith en Emmy).
Tijdens de contactdag op 8 februari 2014 hadden we de volgende onderzoeksvraag geformuleerd:
'Hoe sluiten we aan bij de belevingswereld van leerlingen door het inzetten van social media (als Facebook, Twitter, Pinterst), waarbij samenwerkend leren centraal staat'.
Omdat deze onderzoeksvraag vrij breed is, hebben we besloten om ons
te richten op een specifieke onderzoeksvraag die voortvloeit uit de
werkzaamheden die ik (Emmy) verricht bij mijn werkgever Scalda (mbo). Ik ben daar
docent Nederlands en één van mijn taken is, leerlingen voor te bereiden op het examen
‘gesprekken voeren’ . Tijdens het examen moeten de leerlingen in tweetallen
discussiëren naar aanleiding van een stelling.
Aangezien
social media niet meer weg te denken zijn uit het leven van de leerlingen, leek
het ons als DOT interessant om te kijken of social media ingezet kunnen worden
als middel om de leerlingen te trainen voor het examen ‘gesprekken voeren’.
We kwamen tot de volgende probleemstelling:
Hoe kunnen we social media gebruiken om leerlingen te laten oefenen voor het examen ‘gesprekken voeren’?
Hoe kunnen we social media gebruiken om leerlingen te laten oefenen voor het examen ‘gesprekken voeren’?
In eerste instantie hadden we op grond daarvan de
volgende onderzoeksvraag geformuleerd:
‘Hoe kunnen we social media inzetten om leerlingen te trainen in het argumenteren n.a.v. een stelling?’
‘Hoe kunnen we social media inzetten om leerlingen te trainen in het argumenteren n.a.v. een stelling?’
Uiteindelijk hebben we ervoor
gekozen om ons onderzoek te beperken tot Twitter, omdat dit medium de gebruiker dwingt om kort
en bondig te formuleren en dat is bij het argumenteren n.a.v. een stelling
belangrijk.
Onze onderzoeksvraag luidt:
Hoe kunnen we Twitter inzetten om leerlingen te trainen in het argumenteren n.a.v. een
stelling?
Contextanalyse
Scalda is een school voor middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en volwasseneneducatie en bestaat uit verschillende colleges. Ons onderzoek vindt plaats binnen het College voor Techniek en Design (Vlissingen). Dit college heeft ongeveer 2500 leerlingen. Het examen voor het vak Nederlands bestaat uit een centraal examen voor de onderdelen luisteren en lezen. Daarnaast zijn er instellingsexamens voor de onderdelen gesprekken, spreken en schrijven.
We richten ons onderzoek op leerlingen die voorbereid moeten worden op het examen ‘gesprekken voeren’ op niveau 3F. Ten behoeve van ons onderzoek hebben we ons beperkt tot een klas in het derde leerjaar van de BOL-opleiding niveau 4 middenkader engineering. Zij volgen een 4-jarige BOL-opleiding op de afdeling Elektrotechniek. In een BOL (=Beroeps Opleidende Leerweg) lopen leerlingen stage.
Scalda is een school voor middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en volwasseneneducatie en bestaat uit verschillende colleges. Ons onderzoek vindt plaats binnen het College voor Techniek en Design (Vlissingen). Dit college heeft ongeveer 2500 leerlingen. Het examen voor het vak Nederlands bestaat uit een centraal examen voor de onderdelen luisteren en lezen. Daarnaast zijn er instellingsexamens voor de onderdelen gesprekken, spreken en schrijven.
We richten ons onderzoek op leerlingen die voorbereid moeten worden op het examen ‘gesprekken voeren’ op niveau 3F. Ten behoeve van ons onderzoek hebben we ons beperkt tot een klas in het derde leerjaar van de BOL-opleiding niveau 4 middenkader engineering. Zij volgen een 4-jarige BOL-opleiding op de afdeling Elektrotechniek. In een BOL (=Beroeps Opleidende Leerweg) lopen leerlingen stage.
De betreffende
klas zal aan het einde van schooljaar 2013-2014 examen doen. Het vak Nederlands
staat één keer per week, één lesuur (50 minuten) op het rooster van de
leerlingen.
Doelgroepanalyse
De klas bestaat uit negentien jongens. Ze zijn gemiddeld negentien jaar oud.
De klas bestaat uit negentien jongens. Ze zijn gemiddeld negentien jaar oud.
vooropleiding
|
aantal
|
|
|
|
|
|
3
|
Vwo
natuur en techniek (vijfde leerjaar)
|
|
Zes leerlingen van
de negentien hebben een dyslexieverklaring.
Zestien leerlingen (drie
waren tijdens het onderzoek afwezig) hebben opgeschreven (bijlage) welke social
media ze gebruiken. In de grafiek zijn de antwoorden verwerkt.
Van de zestien
leerlingen zijn er dertien in het bezit van een smartphone/iphone. De
leerlingen hebben allemaal een laptop, die ze tijdens de les mogen gebruiken
voor het maken van bepaalde opdrachten.
De interesse van de
leerlingen ligt bij de vakken die direct te maken hebben met de uitoefening van
hun toekomstige vak in de Elektrotechniek. Voor algemene vakken als Nederlands,
Engels en burgerschap lopen ze niet direct warm.
Uit het onderzoekje
blijkt, dat de meeste leerlingen Facebook en Whatsapp gebruiken in hun
dagelijks leven. Hoewel maar een klein aantal leerlingen Twitter gebruikt, is
de inschatting dat ze het een uitdaging vinden om de toepassing beter te leren
kennen. Het drietal dat Twitter gebruikt, kan ondersteuning bieden tijdens de
uitvoering van de opdracht.
Taak- inhoudsanalyse
Het examen Nederlands op niveau 3F bestaat uit vijf onderdelen: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. Bij het onderdeel ‘gesprekken voeren’ gaat de leerling in discussie met een andere leerling. De docent bepaalt over welke stelling gediscussieerd zal worden. De leerlingen krijgen twee weken voor het examen te horen over welke stelling ze moeten discussiëren en of ze deze moeten aanvallen of verdedigen. Maximaal één dag van te voren horen ze met welke andere leerling ze het examen uitvoeren. De leerlingen bereiden twee valide argumenten vóór of tegen de stelling voor.
Het examen Nederlands op niveau 3F bestaat uit vijf onderdelen: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. Bij het onderdeel ‘gesprekken voeren’ gaat de leerling in discussie met een andere leerling. De docent bepaalt over welke stelling gediscussieerd zal worden. De leerlingen krijgen twee weken voor het examen te horen over welke stelling ze moeten discussiëren en of ze deze moeten aanvallen of verdedigen. Maximaal één dag van te voren horen ze met welke andere leerling ze het examen uitvoeren. De leerlingen bereiden twee valide argumenten vóór of tegen de stelling voor.
De verdediger van
de stelling begint met het geven van een argument voor de stelling. Daarna
krijgt de aanvaller de gelegenheid om het argument te ontkrachten of te komen
met een tegenargument. Vervolgens ontstaat een discussie waarbij ze elkaar de
gelegenheid geven hun standpunt te verdedigen. Ze geven ook een tweede argument
om hun standpunt te onderbouwen.
Tijdens de
discussie is de docent de gespreksleider, maar de twee leerlingen zijn zelf
verantwoordelijk voor het op gang houden van de discussie.
De discussie duurt
minimaal 6 minuten en maximaal 10 minuten. De leerlingen worden beoordeeld op
inhoud (argumentatie), taalgebruik en interactie (woordkeuze, zinsbouw,
adequaat reageren, ander laten uitpraten etc.).
Voorbeelden van
stellingen die gebruikt worden tijdens het examen zijn:
Wie ongezond leeft, moet meer zorgpremie betalen.
Topinkomens moeten extra belast worden.
Doping moet worden toegestaan in de sport.
Wie ongezond leeft, moet meer zorgpremie betalen.
Topinkomens moeten extra belast worden.
Doping moet worden toegestaan in de sport.
inspirerende of veelbelovende voorbeelden en
onderbouwing daarvan
(externe en
wetenschappelijke oriëntatie)
Websites verzamelen (een aantal staan al op
het blog) en verdelen. Ieder werkt informatie uit.
Marijn:
Voorbeeld 1: Op het Berlage Lyceum in Amsterdam wordt er al veel
gewerkt met de iPad. Een van de toepassingen die daarop gebruikt wordt is
Twitter. De drijvende kracht achter dit project, Suzanne Lustenhouwer, zet
Twitter vaak in als brainstormactiviteit om voorkennis te activeren. Een
geschetst voorbeeld in Levende Talen Magazine uit Mei 2012 betrof de vraag aan
leerlingen wat ze al wisten van Dracula. Woorden die bij hen opkwamen moeten ze
tweeten op hun telefoon of de Ipad met gebruik van hashtag #2hdracula. Wanneer zij
zelf op twitter zoekt op #2hdracula, krijgt ze automatisch alle verstuurde
tweets van haar leerlingen te zien. De meerwaarde van deze manier van
voorkennis activeren ligt erin dat ze van elke leerlingen een antwoord krijgt,
elke leerling geeft ze een stem. Niet alleen de leerlingen die toch altijd wel
de vingers opsteken na een vraag. En grappig om te zien is het dat met name de
leerlingen die het snelst zijn afgeleid door hun telefoon nu ook de eerste zijn
die input leveren aan de les. Deze activatie wordt gevolgd door alle input (na
een aantal minuten) te kopiëren en te plakken in een Wordle (www.wordle.net). Hoe vaker een woord is gebruikt, hoe groter dit op
het plaatje verschijnt. Na het bespreken van de klassen-Worldle wordt deze
vergeleken met de Wordle die is gemaakt van het gehele Dracula verhaal.
Voorbeeld 2: Op de Universiteit van Twente is er in 2011 een
proef geweest met inzetten van Twitter als social media in de bovenbouw van VO.
Niet tijdens specifieke lessen maar meer om informatie te delen. Volgens
Kennisnet (2010) is het gebruik van sociale media al ingebed bij de meester
leerlingen op het VO en daarom had men de verwachting dat de inzet van Twitter
snel zou worden geaccepteerd. Twee docenten (domein informatica en economie)
hebben via een Twitter-account wekelijks nieuwe informatie geplaatst en door
middel van bepaalde codering (de hashtags) werd aangegeven of ze voor een
bepaalde klas, een vak of onderwerp bestemd waren. Na de proefperiode zijn de
resultaten geanalyseerd en zo bleek dat 82% van de leerlingen sociale media een
prima aanvulling vind op het onderwijsaanbod. 72% vond de herhaling van tips
uit de les positief, 75% vond herhaling van het huiswerk via Twitter positief.
Het gebruik van dit soort social media voor informatievoorziening omtrent
schoolaangelegenheden werd ook als positief aangemerkt. [1]
Judith:
Bron: http://www.scienceguide.nl/201307/social-media-in-onderwijs-geen-voorwaarde.aspx
Op de bovenstaande site is een onderzoek onder Nederlandse jongeren tussen de 10 en 18 jaar Kennisnet en Stichting Mijn Kind Online in kaart gebracht op welke manieren sociale media door jongeren worden gebruikt. Ook brengen zij in kaart hoe de jongeren dit in het onderwijs het liefst gebruiken. Kennisnet en Stichting Mijn Kind Online concluderen dat sociale media zeer populair zijn.
Uit het onderzoek blijkt dat jongeren positief zijn over het gebruik van
social media.
Ondanks dat ze positief zijn, vinden jongeren sociale media geen
‘voorwaarde voor geslaagde kennisoverdracht’. “Het belangrijkst is volgens
tieners dat een leraar goed kan uitleggen (84%). Dat een leraar de leerlingen
goed begrijpt en inlevingsvermogen heeft, vinden tieners ook belangrijk
(69%), en dat hij leuke en goede verhalen vertelt over de lesstof (67%).”
Vernieuwing in het onderwijs moet niet per definitie gericht zijn op digitale
ontwikkelingen. Social media is echter wel in te zetten voor onderwijskunde
redenen: afwisseling, bijvoorbeeld.
Op de bovenstaande site kan er ingelogd worden via Twitter of Facebook
vervolgens kan er een socialmediawall gemaakt worden. Op deze wall worden de
tweets weergegeven worden op een gecustomiseerde wall.
Ook op deze site kan er ingelogd worden via Twitter en kunnen de tweets
worden weergegeven.
Op de bovenstaande site staat uitgelegd wat Twitter is en hoe Twitter
werkt. Met Twitter kun je snel korte berichten van maximaal 140 tekens
uitwisselen met andere gebruikers. Twitter is op verschillende apparatuur te
gebruiken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de laptop en telefoon. Met Twitter kan
er gebruik worden gemaakt van de zoekfunctie. Er kan gezocht worden op woorden,
hashtags (# = het herkenningsteken om op Twitter aan te geven over welk
onderwerp het gaat) en personen.
1. Passieve of actieve betrokkenheid: Leerlingen kunnen meelezen, meekijken, surfen, tweeten,
favorieten maken en vele andere dingen doen op hun eigen manier waardoor ze
snel leren.
2. Content: In tegenstelling van het statistische van boeken staat
het dynamische van Twitter. Twitter biedt riemen en riemen van digitale inhoud,
die vervolgens moeten worden ontleed, geëvalueerd en geïmplementeerd. Op deze
manier leren de studenten om te gaan met content welke niet altijd netjes en
gaaf zijn zoals verwacht, maar wat wel de werkelijkheid is.
3. Diepte analyses: Real-time monitoring van studenten houd de continue
voortgang op diverse gebieden in de gaten. Ook onderdelen als sentiment kunnen
worden gemeten en worden meegenomen in het verslag over de voortgang van de
student.
4. Continu publiek: Gepubliceerde items kunnen zelfs met weinig volgers
eenvoudig toegang vinden tot experts, mentoren en zelfs beroemdheden welke ook
zichtbaarheid kunnen geven aan het werk van een student.
5. Flexibele aansturing: Twitter is te
gebruiken als eenvoudig observatie instrument met categorieën,
trending topics, # hastags, en lijsten is Twitter flexibel genoeg om als alleen
lezen te worden gebruikt. Voor de gebruikers die wel berichten posten is het
eenvoudig om feedback op hun werk te krijgen.
Op de bovenstaande site is te lezen over een themameeting met de volgende
vraag: 'Hoe kunnen basisscholen en universiteiten social media onderdeel maken
van het lesprogramma of curriculum?'
De instelling niet willen, maar het gevoel te hebben iets te moeten met
social media is alles behalve productief. Scholen moeten inzien hoe social
media in hun voordeel kunnen werken. Kuyt is bang dat leerlingen social media
en andere online tools voor allemaal verschillende doeleinden gebruiken in het
dagelijks leven, maar dat deze op school genegeerd worden. Leerkrachten raken
hierdoor te ver verwijderd van de belevingswereld van leerlingen.
Social media zouden vervlochten moeten zijn met het onderwijs. Behalve het
verrijken van de leerstof en het leren omgaan met handige online tools is het
ook van belang dat leerkrachten aangeven wat wel en wat niet kan. Het
begeleiden van leerlingen, aangeven wat handig is om te delen en wat niet, moet
onderdeel van de lesstof worden.
Op de bovenstaande site is een rapport te lezen over social media naar
aanleiding van het onderzoek dat Winkwaves in opdracht van Stichting Kennisnet
in 2009 heeft uitgevoerd. De insteek van dat onderzoek, ‘Verkenning van de
mogelijkheden van social media in het onderwijs’ was vooral om te begrijpen hoe
de verschillende betrokkenen in het onderwijs naar de (on)mogelijkheden van
social media kijken. In het rapport wordt onder andere weergegeven wat social
media is, het ontstaan van social media en wat de mogelijkheden zijn om aan de
slag te gaan.
Hanging Out, Messing Around en Geeking Out
Leren is een sociaal gebeuren. E-learning, leeractiviteiten waarbij je
interactief gebruikmaakt van een computer die verbonden is met een
computernetwerk combineren met social media zorgt ervoor dat er een omgeving
gecreeerd wordt waarin leerlingen niet alleen van de docent en de leerstof
leren, maar minstens zo veel van elkaar: Hanging Out terwijl je leert. Messing
Around met feedback van docenten en medeleerlingen. Geeking Out waarbij je
anderen helpt in hun leerproces.
De uitdaging voor het onderwijs is om kinderen en jongeren voor te bereiden
op deze online omgeving die even dynamisch, rijk en vol beloften zit als de
fysieke wereld waarin we sinds jaar en dag gewend zijn te leven. Scholen kunnen
gaan ontdekken wat hun rol kan zijn in de online wereld. Een wereld waarin
jongeren rondhangen, ontdekken en excelleren. Net als in de echte wereld.
Op de bovenstaande site is een filmpje te zien over het gebruik van Twitter
in de klas bij Koen Steeman. Het volgende staat onder het filmpje: ‘Twitter in
de klas kan de betrokkenheid van de leerlingen verhogen, de communicatie
verbeteren en de lessen verrijken. Leraar Koen Steeman experimenteert al een
paar jaar met twitter in de klas en ziet steeds meer mogelijkheden. Volgens hem
is het noodzaak om steeds (nieuwe) koppelingen met leerlingen te maken en om te
werken aan 21ste century skills. Zijn boodschap is dan ook: blijf
innoveren en jezelf ontwikkelen!’
Op de bovenstaande site zijn tips te
lezen over het gebruiken van Twitter in de klas:
Tip 1. Maak als leerkracht een account aan.
Tip 2. Leg de basics van Twitter uit.
Tip 3. Start met een makkelijke vraag.
Tip 4. Laat tweets zien op het digibord.
Tip 5. Gebruik op Ipad: Zet de autocorrectie uit.
Tip 6. Gebruik vervelende tweets als voorbeeld.
Tip 7. Laat je inspireren door anderen.
Emmy:
http://www.manula.com/manuals/socialmedia/social-media-in-het-mbo/1/en/topic/social-media-in-het-mbo
Ashwin Brouwer is werkzaam bij roc Friesland College en initiatiefnemer van het platform Social media in het mbo.
Op het platform staat het volgende over het gebruik van Twitter in de klas:
-Twitteren tijdens de les over het onderwerp? Hartstikke leuk en iedereen kan het volgen met twitterfall. Voer het zoekwoord in, pas de snelheid en de lettergrootte aan en kies voor de presentatie mogelijkheid. Je kunt zelfs nog een onderwerp of titel boven de lijst plaatsen zodat de studenten weten welke #hashtag ze moeten gebruiken! Leuk voor een TV scherm of beamer.
- Twitter op z’n best met Tweetchat. Een geweldig online programma waar je verschillende dingen mee kunt doen, met en zonder twitter account. Ik bespreek er drie. Deze tool is leuk voor beginners met twitter, maar ook zeker voor gevorderde twitteraars!
1. Wat tweetchat doet is dat hij van iedere hashtag (zoekwoord) een soort chatbox maakt wanneer je een hashtag opgeeft om te doorzoeken. Je kunt dan zonder twitter account een mooie muur maken waar tweets over dat onderwerp automatisch op binnenstromen.
Leuk voor tijdens de les, project of een evenement (waarbij je deze muur natuurlijk op een groot scherm projecteert).
2. Wat ook kan is dat je inlogt op Twitter en dan is de muur een soort chatbox geworden en kun je live meepraten met behulp van de tekst box die dan tevoorschijn komt. Ook kun je reageren op andere mensen door deze aan te klikken, of je kunt ze blokkeren om hun tweets niet meer in de chatbox te tonen.
Dit kan handig zijn voor bijvoorbeeld een groepsdiscussie in de klas of als webpage instrument op je school! Goed om te weten is dat deze website ook zeer geschikt is gemaakt om te gebruiken vanaf een smartphone of tablet, iedereen kan dus meedoen!
3. Tot slot kun je als docent je studenten ook verwijzen naar een bepaalde ‘chatbox’ waar jij interessante links, video’s en foto’s via Twitter in plaatst door die hashtag te gebruiken. Je verwijst dan door naar: http://tweetchat.com/room/HASHTAG (waarbij je het woord HASHTAG vervangt met jouw hashtag of zoekwoord). Dit kan handig zijn om studenten die geen Twitter hebben of willen toch makkelijk toegang te geven tot bronnen.
Ashwin Brouwer is werkzaam bij roc Friesland College en initiatiefnemer van het platform Social media in het mbo.
Op het platform staat het volgende over het gebruik van Twitter in de klas:
-Twitteren tijdens de les over het onderwerp? Hartstikke leuk en iedereen kan het volgen met twitterfall. Voer het zoekwoord in, pas de snelheid en de lettergrootte aan en kies voor de presentatie mogelijkheid. Je kunt zelfs nog een onderwerp of titel boven de lijst plaatsen zodat de studenten weten welke #hashtag ze moeten gebruiken! Leuk voor een TV scherm of beamer.
- Twitter op z’n best met Tweetchat. Een geweldig online programma waar je verschillende dingen mee kunt doen, met en zonder twitter account. Ik bespreek er drie. Deze tool is leuk voor beginners met twitter, maar ook zeker voor gevorderde twitteraars!
1. Wat tweetchat doet is dat hij van iedere hashtag (zoekwoord) een soort chatbox maakt wanneer je een hashtag opgeeft om te doorzoeken. Je kunt dan zonder twitter account een mooie muur maken waar tweets over dat onderwerp automatisch op binnenstromen.
Leuk voor tijdens de les, project of een evenement (waarbij je deze muur natuurlijk op een groot scherm projecteert).
2. Wat ook kan is dat je inlogt op Twitter en dan is de muur een soort chatbox geworden en kun je live meepraten met behulp van de tekst box die dan tevoorschijn komt. Ook kun je reageren op andere mensen door deze aan te klikken, of je kunt ze blokkeren om hun tweets niet meer in de chatbox te tonen.
Dit kan handig zijn voor bijvoorbeeld een groepsdiscussie in de klas of als webpage instrument op je school! Goed om te weten is dat deze website ook zeer geschikt is gemaakt om te gebruiken vanaf een smartphone of tablet, iedereen kan dus meedoen!
3. Tot slot kun je als docent je studenten ook verwijzen naar een bepaalde ‘chatbox’ waar jij interessante links, video’s en foto’s via Twitter in plaatst door die hashtag te gebruiken. Je verwijst dan door naar: http://tweetchat.com/room/HASHTAG (waarbij je het woord HASHTAG vervangt met jouw hashtag of zoekwoord). Dit kan handig zijn om studenten die geen Twitter hebben of willen toch makkelijk toegang te geven tot bronnen.
http://www.kennisnet.nl/themas/sociale-media/actuele-berichten/hoe-kun-je-twitter-inzetten-in-de-les/
Veel leerlingen zitten op Twitter, dus waarom zou je dit medium niet op een leuke manier gebruiken in je lessen? Je kunt Twitter bijvoorbeeld prima inzetten om te debatteren. Met behulp van hashtags kun je een discussie starten en makkelijk volgen. Op een filmpje wordt uitgelegd hoe je dit kunt doen:
Schrijf een tweet met een stelling. Voeg aan deze stelling een hashtag toe die nog niet bestaat. Nu kunnen leerlingen reageren op deze stelling waarbij ze de betreffende hashtag gebruiken. Vervolgens kun je in het zoekvenster de discussie volgen door de hashtag in te voeren. Nu zie je alleen de tweets voorbij komen van leerlingen die de hashtag gebruiken en dus deelnemen aan het debat.
Veel leerlingen zitten op Twitter, dus waarom zou je dit medium niet op een leuke manier gebruiken in je lessen? Je kunt Twitter bijvoorbeeld prima inzetten om te debatteren. Met behulp van hashtags kun je een discussie starten en makkelijk volgen. Op een filmpje wordt uitgelegd hoe je dit kunt doen:
Schrijf een tweet met een stelling. Voeg aan deze stelling een hashtag toe die nog niet bestaat. Nu kunnen leerlingen reageren op deze stelling waarbij ze de betreffende hashtag gebruiken. Vervolgens kun je in het zoekvenster de discussie volgen door de hashtag in te voeren. Nu zie je alleen de tweets voorbij komen van leerlingen die de hashtag gebruiken en dus deelnemen aan het debat.
Howland,
J.L., Jonassen, D. & Marra, R. M. (2012). Meaningful learning with
technology. New Jersey: Pearson.
Je leert pas op een betekenisvolle manier als je uit eigen beweging aan de gang gaat met een nuttige (dit is natuurlijk subjectief) taak.
De vijf kenmerken van meaningful learning
Je leert pas op een betekenisvolle manier als je uit eigen beweging aan de gang gaat met een nuttige (dit is natuurlijk subjectief) taak.
De vijf kenmerken van meaningful learning
·
Actieve
betrokkenheid; een mens wil van nature leren en moet de kans krijgen om
actief aan het leerproces deel te nemen en de resultaten van zijn handelingen
te zien.
·
Constructieve
betrokkenheid; je moet de kans krijgen om nieuw verworven kennis en ervaringen
een plek te geven in je eigen denken.
·
(leer)intentie;
je moet de drang hebben de leertaak te willen volbrengen. Op deze manier denk
je meer na over het proces waarmee je bezig bent en leer je meer.
·
Authenticiteit,
een leertaak moet stevig geworteld zijn in de ervaringswereld van de leerling.
Dit zorgt voor een beter begrip, betere beklijving en wendbaar gebruik.
·
Samenwerking;
mensen leren van elkaar, elkaars meningen, ideeën en discussie over de
aanpak en oplossingen van problemen zijn een belangrijk onderdeel van het
leerproces.
Waar past techniek in dit plaatje? Techniek kan een
hulpmiddel zijn bij het leren. En dan niet als hulpmiddel van de docent, zoals
nu vaak het geval is, maar bij het leren van de leerling! De leerling maakt
gebruik van de techniek.
Op de bovenstaande
sites is veel informatie te vinden over Twitter. Twitter is een vorm van
sociale media en wordt steeds vaker in lessen ingezet. De inzet van sociale
media kan goed ingezet worden als afwisseling van de lessen. Zo blijkt uit een
proef van de Universiteit Twente 82% van de leerling social media een prima
aanvulling op het onderwijsaanbod.
Op de sites die wij bezocht hebben is informatie te vinden over wat Twitter is, hoe Twitter werkt, hoe Twitter in de les te gebruiken is. Ook hebben wij sites gevonden die in de les te gebruiken zijn om tweets met een bepaald onderwerp op het digiboard weer te geven.
Op de sites die wij bezocht hebben is informatie te vinden over wat Twitter is, hoe Twitter werkt, hoe Twitter in de les te gebruiken is. Ook hebben wij sites gevonden die in de les te gebruiken zijn om tweets met een bepaald onderwerp op het digiboard weer te geven.
Wat hebben de sites ons opgeleverd?
Alle groepsleden
van ons DOT hebben een Twitteraccount (aangemaakt). Door het aanmaken en
verdiepen in Twitter kan elk groepslids nu overweg met Twitter.
Aan de hand van de sites hebben wij ervoor gekozen om gebruik te maken van https://hootsuite.com . Op deze site moet er worden ingelogd met het account van Twitter. Na het inloggen is een dashboard te zien. Op dit dashboard kunnen kolommen toegevoegd worden. Een kolom kan bijvoorbeeld bestaan uit de vermeldingen (@), maar een kolom kan ook bestaan uit de onderwerpen (#).
Rechtsboven op de site kan er gezocht worden op het onderwerp. Als een onderwerp gevonden is, dan kan dit daarna worden toegevoegd aan een kolom op het dashboard.. Dit wordt gedaan door rechts onderin op de knop te drukken: opslaan als kolom.
Aan de hand van de sites hebben wij ervoor gekozen om gebruik te maken van https://hootsuite.com . Op deze site moet er worden ingelogd met het account van Twitter. Na het inloggen is een dashboard te zien. Op dit dashboard kunnen kolommen toegevoegd worden. Een kolom kan bijvoorbeeld bestaan uit de vermeldingen (@), maar een kolom kan ook bestaan uit de onderwerpen (#).
Rechtsboven op de site kan er gezocht worden op het onderwerp. Als een onderwerp gevonden is, dan kan dit daarna worden toegevoegd aan een kolom op het dashboard.. Dit wordt gedaan door rechts onderin op de knop te drukken: opslaan als kolom.
Wij hebben ervoor gekozen om het onderwerp: #ETO43AB te
gebruiken. Zo kan de docent de argumenten van de leerlingen vinden door dit in
de zoekbalk in te typen. Door op het knopje: ververs te drukken, worden de
nieuwe tweets in de kolom weergegeven.
De leerlingen gaan argumenteren via Twitter. Zij maken gebruik
van #ETO43AB. Dit is de code van de klas. Er zullen geen andere Twitteraars
zijn die deze code gebruiken. De leerlingen zetten #ETO43AB in elke tweet neer.
Zo kan de docent de tweets zoeken en op het digiboard laten zien.
ONTWERP EN ONTWIKKELING (Judith en Emmy)
Ontwerp
Het doel
Inhoud
Vormgeving
IMPLEMENTATIE EN EVALUATIE
(Iedereen?)
Gebruikersevaluatie
Tekstuele evaluatie
Expertevaluatie
Abonneren op:
Posts (Atom)